Uitspraak Raad van State heeft invloed op bestuursrechtelijke handhaving

Uitspraak Raad van State heeft invloed op bestuursrechtelijke handhaving

Op 31 mei 2023 heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: de Afdeling) twee uitspraken gedaan die (weer) van grote invloed zijn op de bestuursrechtelijke handhaving. 

Op 31 mei 2023 heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: de Afdeling) twee uitspraken gedaan die (weer) van grote invloed zijn op de bestuursrechtelijke handhaving. De Afdeling nuanceert nu (ook) haar jurisprudentie ten aanzien van het overtredersbegrip, na de kentering in de jurisprudentie in 2021 over het evenredigheidsbeginsel. De Afdeling ‘ging toen om’ ten aanzien van (de toetsing van) ingrijpende besluiten als woningsluitingen. De meest recente uitspraken hebben (grote) gevolgen voor het gemeentelijk toezicht en liggen in lijn met de in 2021 ingezette ‘menselijke maat koers’ in de rechtspraak. Door in het bestuursrecht nu aan te sluiten bij het overtredersbegrip uit het strafrecht ontstaat meer rechtseenheid. Maar het beschermt de burger ook (beter) tegen onredelijk bestuurlijk optreden.

Beide uitspraken en een nadere uitleg zijn te vinden op de site van de Raad van State.


Uitspraken bepalen wanneer iemand aangemerkt kan worden als overtreder

De uitspraken komen erop neer dat een persoon of rechtspersoon alleen dan als overtreder kan worden gezien (kan worden aangeschreven) als geoordeeld kan worden dat de (rechts)persoon:

1. de beschikking had om de overtreding te voorkomen, én 
2. de (rechts)persoon het begaan van de overtreding heeft aanvaard. 

In de kern gaat het erom of iemand voldoende zorg heeft gehad voor zijn eigendom of het door hem gehuurde. Dit ter voorkoming van de overtreding. Daarbij ligt de onderzoekplicht ook meer bij het bestuursorgaan. Omgekeerd geredeneerd: door onvoldoende toezicht te houden en/of maatregelen te treffen, kan iemand het risico aanvaarden dat de overtreding is of wordt begaan (door anderen). Van de overheid mag verwacht worden dat in dergelijke gevallen goed is vastgelegd waarom degene die wordt aangeschreven – en dus als overtreder wordt aangemerkt – had kunnen weten van, en dus had kunnen optreden tegen een bepaalde overtreding. Het zomaar eigenaren aanschrijven die een pand verhuren kan niet (meer). De huurder / gebruiker van een pand waar een overtreding plaatsvindt, is veel eenvoudiger als overtreder aan te merken.


Gevolgen voor gemeentelijk toezicht groot

Zeker de Amsterdamse uitspraak (red.: een van beide uitspraken van 31 mei jl.) laat zien wat dit betekent voor het gemeentelijk toezicht. Bij controles dient (nog veel) beter vastgelegd te worden waarom sprake is van overtrederschap bij degene die je wenst aan te schrijven. Van de gemeente mag verwacht worden dat zij nader onderzoek doet naar de eventuele wetenschap bij een eigenaar die zijn pand verhuurt. Welke indicaties waren er? Welk feitelijk toezicht werd gedaan? Zeker als er eerder constateringen zijn gedaan en gedeeld met de eigenaar, of misschien zelfs een voornemen tot handhavend optreden is gestuurd, en de overtreding wordt nogmaals vastgesteld, dan is te motiveren dat aan het aanvaardingscriterium wordt voldaan.


Menselijke maat leidend; maatwerk nodig 

De in 2021 ingezette koers in de rechtspraak, waarbij duidelijk is geoordeeld dat ‘de menselijke maat’ leidend moet zijn bij bestuurlijke (handhaaf)besluiten, lijkt met deze uitspraken zijn vervolg te krijgen. Met de toeslagenaffaire – en de destijds terughoudende toetsing door de bestuursrechter – in het geheugen, geldt meer dan ooit dat ook in het bestuursrecht (altijd) sprake moet zijn van maatwerk. Zeker als sprake is van besluiten met ernstige gevolgen. De Afdeling kiest nu voor meer rechtsbescherming voor de burger door in het overtredersbegrip in bestuursrecht aan te sluiten bij het strafrecht.


Vragen? Neem contact op met de handhavingsjuristen van het RIEC-MN

De juristen van Team Operationele Versterking zijn bereikbaar om waar nodig mee te denken in een actuele casus. Ook voor besluiten waartegen bezwaar of beroep loopt, is het advies deze – met het oog op de gedane uitspraken – goed tegen het licht te houden. Beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald.

Heb je vragen, neem dan contact op met Astrid Arnold (a.arnold@riec-mn.nl of 06-10957547) of Arie Hogendoorn (a.hogendoorn@riec-mn.nl of 06-11358986)