Onderzoek ‘(On)zichtbare beelden’ biedt meer zicht op jonge aanwas in de harddrugscriminaliteit
Het RIEC Midden-Nederland heeft vanuit het regioprogramma ‘Straatwaarde(n)’ in verschillende gemeenten onderzoek gedaan naar jonge aanwas in de (hard)drugshandel. Dit onderzoek richtte zich op de uitingsvormen van harddrugscriminaliteit, kenmerken van (startende) jongeren die daarin een rol spelen en de manieren waarop zij daarbij betrokken raken. Het rapport is een verzameling van inzichten die zijn opgedaan in de betrokken gemeenten en biedt handelingsperspectieven die bijdragen aan het tegengaan van jonge aanwas in de drugscriminaliteit.
Mark Röell, voorzitter Regionale Integrale Stuurgroep: “Naast inzicht in de voedingsbodem voor jonge aanwas in de drugshandel, is het zicht krijgen op handelingsperspectief belangrijk. Dit onderzoek waarbij er een overkoepelend beeld is geschetst met inzichten van 205 lokale professionals is dan ook zeer waardevol. Lokaal maatwerk blijft van belang. Met de aanbevelingen in dit rapport kunnen gemeenten en ketenpartners (verder) aan de slag om lokaal een aanpak vorm te geven.”
Een belangrijk inzicht is dat jonge aanwas een gevarieerdere en bredere groep jongeren betreft dan doorgaans wordt gedacht. Jonge aanwas voldoet in alle deelnemende gemeenten weliswaar grofweg aan het beeld van wat doorgaans als risicogroep geldt. Echter in zes van de tien gemeenten is ook jonge aanwas beschreven die doorgaans minder direct herkenbaar is als risicogroep. Het gaat om jongeren uit zowel ‘(multi)probleem’ gezinnen als ‘welgestelde’ gezinnen. Volgens professionals bestaat jonge aanwas met name uit 15- en 16-jarige jongens, maar geldt 12 jaar als startleeftijd. Om die reden is de transitiefase van de basis- naar de middelbare school een belangrijk (interventie)moment.
Daarnaast blijkt uit onderzoek ook een normalisering van drugsgebruik onder jongeren: “Coke is er gewoon; het is normaal. Niemand die het ziet als je snel een snuifje neemt”. Het is over het algemeen makkelijk voor jongeren om aan de drugs te komen. Naast parken, stations en parkeerplaatsen, dienen ook (gebieden rondom) scholen en sportclubs- en verenigingen als deallocaties. Qua wijze van betrokken raken bij (hard)drugscriminaliteit gaat het om een wisselwerking tussen benaderd worden en eigen initiatief binnen het (on- en offline) sociale netwerk.
Het rapport bevat ten slotte ook een aantal aanbevelingen, waaronder het verkennen van positieve toekomstperspectieven met jongeren zelf, het inzetten van rolmodellen uit de eigen sociale omgeving en het creëren van een integrale aanpak samen met scholen.
De gemeenten waar de deelonderzoeken reeds plaatsvonden, hebben de resultaten voor hun gemeente ontvangen. Voor de andere 28 gemeenten in Midden-Nederland zullen er gelijkenissen of herkenbare zaken in het rapport terug te lezen zijn. De onderzoeken binnen gemeenten in Midden-Nederland gaan ondertussen door. Inmiddels staat de teller op veertien gemeenten waar een deelonderzoek heeft plaatsgevonden om een lokaal beeld van de jonge aanwas in de drugscriminaliteit in kaart te brengen.
Je kunt het rapport hier downloaden.