De verschillende gezichten van de coronaprotesten

De verschillende gezichten van de coronaprotesten

In het Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland 53 schreef de NCTV over de aanhoudende en soms intimiderende manifestaties van maatschappe­lijk ongenoegen sinds de uitbraak van COVID-19. De zorgen over de coronaprotesten binnen de samenleving en het openbaar bestuur zijn alleen maar groter geworden door recente ongeregeldheden, zoals de rellen na de invoering van de avondklok op 23 januari 2021.

Het is belang­rijk om niet te vervallen in generalisaties, maar om juist de verschillende gezichten van de coronaprotesten te beschrijven. Rellende jongeren en hooligans zijn niet dezelfde mensen als vreedzame demonstranten met bijvoorbeeld grieven over de overheid. Binnen het uiteenlopende corona­protest sinds de uitbraak van COVID-19 in februari 2020, zijn verschillende achtergronden en motivaties te ontwaren.

Deze analyse van de coronaprotesten raakt aan een minderheid van de Nederlandse bevolking. Ondanks de disruptieve werking van COVID-19 past het merendeel van de Nederlanders zich zo goed en zo kwaad als mogelijk aan.

Centraal staat de vraag of de protesten ook in Nederland doorwerken naar anti-overheidsextremisme en zo ja, hoe dit extremisme zich manifesteert. Het antwoord daarop: er zijn tot op heden relatief weinig gedragingen als extremistisch geduid. Dat neemt niet weg dat er wel degelijk zorgen bestaan. Er is sinds een jaar echter wel een minder­heid zichtbaar geworden, die zich vanwege uiteenlopende redenen op verschillende manieren afzet tegen het gevoerde coronabeleid. Deze minderheid handelt doorgaans niet vanuit politiek-ideologische motieven, maar vanwege gevoelens van onrechtvaardigheid, groot onbehagen of een andere werkelijkheidsbeleving. Het gaat niet om een eenduidige groep. Mensen gaan juist vanuit verschillende motieven over tot protest. In Nederland gaat het vooral om personen en beroepsgroepen die zich verzetten zich tegen (onderdelen van) het overheidsbeleid.

Ook gaat de analyse in op de verschillende openbare ordeverstoringen. Hoewel de aard, ernst en omvang van protesten vooralsnog kleiner is dan in omringende landen, gaan ze op een on-Nederlandse manier steeds meer gepaard met openbare ordeverstoringen. De persistentie en intensiteit van de protesten is lange tijd niet in Nederland te zien geweest: waar in voorgaande jaren gemiddeld enkele keren de inzet van de Mobiele Eenheid (ME) nodig was om de orde te herstellen, is daar sinds juni 2020 al tientallen keren sprake van geweest.