Het programma Straatwaarde (n)

Het programma Straatwaarde (n)

Straatwaarde(n) luidt de naam van het programma dat de regio Midden-Nederland gaat uitvoeren op het thema cocaïne in relatie tot de aanwas van jeugd in de handel ervan. Straatwaarde(n): de straatwaarde van de drugs is zo hoog, dat hier lucratieve verdienmodellen achter zitten die jonge volwassenen moeilijk kunnen weerstaan. Daarnaast lijken de inwoners van de regio de productie, de handel en het gebruik van drugs – en zelfs het buitensporige geweld – normaal te vinden. Niemand slaat echt alarm. Wat is er aan de hand? Ligt dit aan de normvervaging, aan de straatwaarden?

Het programma Straatwaarde(n) bestaat uit twee sporen:

Repressief actiespoor

  • repressief aanpakken van de (potentiële) buurtprinsen/ onderkoningen in de cocaïnehandel door middel van de Persoongerichte Plusaanpak (PGA);
  • actiegericht werken om de legitimatie en zichtbaarheid van de overheid in kwetsbare wijken te vergroten door het Quick Response Team (QRTeam) in te zetten.

Preventief actie- en ontwikkelspoor

  • maatschappelijke tegenbeweging stimuleren en faciliteren door de weerbaarheid en bewustwording van bewoners en met name jongeren in kwetsbare buurten te vergroten en een cultuur van wegkijken en zwijgen te doorbreken;
  • nieuwe inzichten verkrijgen om de (aanwas en het aandeel van jongeren in de) cocaïnehandel preventief aan te pakken door middel van deelname aan het Organized Crime Field Lab, aanvullend wetenschappelijk onderzoek en uitvoeren van kleinschalige experimenten.

De aanpak in het programma Straatwaarde(n) is een combinatie van repressieve en preventieve maatregelen. De repressieve aspecten in de aanpak richten zich op de zichtbare, schadelijke (en de samenleving ondermijnende) effecten van de cocaïneproblematiek. Het preventieve spoor richt zich op het ontwikkelen en gebruiken van effectieve barrières om de aanwas van jonge criminelen duurzaam in te dammen.

De aanpak van de aanwas van jongeren in de ondermijnende cocaïnehandel in het gebied Midden-Nederland heeft uitdrukkelijk de bedoeling, dat de twee sporen elkaar over en weer gaan voeden en

versterken. Dit gebeurt door het bewust organiseren en faciliteren van een continu, iteratief leer- en verbeterproces. Hierdoor wordt er dus voortdurend werkend geleerd en lerend gewerkt.

De voornoemde sporen worden nadrukkelijk met elkaar verbonden. Het ontwikkelspoor leidt tot actie(s): deels door bijstellingen in het repressieve actiespoor, deels doordat nieuwe kennis wordt uitgeprobeerd of omgezet naar interventies in de samenleving.

De regio Midden-Nederland richt de aanpak van de cocaïneproblematiek niet zozeer op de gebruikers van cocaïne: de aanpak van de normalisering van het gebruik van drugs overstijgt het handelingsarsenaal van de regio Midden-Nederland. De regio Midden- Nederland gaat ervan uit, dat dit landelijk wordt geïnitieerd en opgepakt.